Geplaatst: 13 november 2023
Waarschijnlijk was je als ondernemer al bekend met een RI&E, oftewel een risico-inventarisatie & – evaluatie. Wist je ook dat deze nieuwe criteria kent sinds 1 juli 2022 met een overgangsperiode van twee jaar? In dit artikel praten we je hierover bij. Zo blijven jij en jouw RI&E up-to-date, en blijven jouw werknemers gezond en productief!
Sinds 2021 controleert het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid steeds vaker op het hebben van een RI&E. Een RI&E dient als bescherming voor je medewerkers en vormt de basis van een arbobeleid. Namelijk, aan de hand van een RI&E worden alle arbeidsrisico’s binnen een bedrijf of organisatie in kaart gebracht. Je kan hierbij denken aan duidelijke gevaren zoals de omgang met gevaarlijke stoffen of het werken met hard geluid of trillingen. Er zijn echter ook indirecte gevaren zoals werkdruk of discriminatie. Deze indirecte gevaren zijn onderdeel van de psychosociale arbeidsbelasting (PSA). Het in kaart brengen van en het acteren op de PSA is volgens de Arbowet een verplicht onderdeel van je RI&E. Een RI&E kan opgesteld worden door de werkgever zelf, een preventiemedewerker of een kerndeskundige of arbodienst.
Nadat mogelijke risico’s aan het licht zijn gekomen en zijn geëvalueerd, stel je een Plan van Aanpak (PvA) op. In dit plan staat vermeld welke maatregels je instelt om de risico’s te beperken dan wel op te lossen en wie de verantwoordelijkheid hiervoor draagt.
Als je dit alles hebt verricht, kan je dan achteroverleunen? Helaas niet. Het is van belang om je te realiseren dat een RI&E geen statisch document is, maar continue aangepast dienst te worden aan de ontwikkelingen binnen je bedrijf.
In de meeste gevallen ben je verplicht om je RI&E en PvA te laten toetsen door een of meer gecertificeerde kerndeskundige*. Onder de gecertificeerde kerndeskundigen vallen een Bedrijfsarts, een Arbeidshygiënist, een Hoger Veiligheidskundige of Arbeids & Organisatiedeskundige. Zij zijn expert op het gebied van veilig en gezond werken. De Kerndeskundige beoordeelt of je RI&E volledig en betrouwbaar is en schrijft een advies aan de werkgever. Waar vóór 1 juli 2022 de RI&E vaak door één kerndeskundige werd getoetst en werd gecontroleerd of alle elementen aanwezig zijn, worden er nu twee verschillende toetsen onderscheiden die allebei verricht dienen te zijn: (1) de systeemtoets en (2) de scopetoets.
(1) De systeemtoets toetst of alle verplichte onderdelen van een RI&E aanwezig zijn. De inhoud van de RI&E wordt niet beoordeeld en kan daarom door elke gecertificeerde kerndeskundige worden uitgevoerd.
(2) De scopetoets legt meer nadruk op de kwaliteit van de RI&E. Hierbij duidt de scope het afgebakende gebied van de RI&E aan. Het bepaalt welke aspecten van je organisatie worden meegenomen bij het identificeren en beoordelen van risico’s. Toets-vragen zouden kunnen zijn: Zijn de risicofactoren afdoende benoemd? Zijn de risicofactoren met de juiste methoden in kaart gebracht? Zijn de beheersmaatregelen voldoende en waarom? Dit zijn vragen die binnen de vakkennis van een bepaalde kerndeskundige vallen.
Daarom kan het zich voordoen dat je twee of meer kerndeskundigen moet in schakelen, omdat de scope of het risicogebied breder is dan de scope van één kerndeskundige.
Deze manier van toetsen vraagt ook om een aangepast certificatieschema voor de kerndeskundigen, met uitzondering van de BIG-geregistreerde bedrijfsarts. De kerndeskundigen moeten kunnen aantonen dat zij, volgens het certificatieschema, actief zijn in het toetsen van en adviseren over de RI&E. Dit is vastgelegd in artikel 2.1 van de Arbeidsomstandighedenregeling. Deze toetsingsaanpassing heeft als onder andere als doel om te voorkomen dat een kerndeskundige een RI&E toetsing uitvoert over een onderwerp, waarbij hij of zij niet over de juiste kennis beschikt. De nadruk komt meer te liggen op het advies over eventuele verbetermaatregelen.
Helaas komt er meer werk bij kijken. Het werk loont zich echter wel, want uit onderzoek blijkt dat werkgevers die actief met deze documenten werken de risico’s in hun bedrijf beter beheersen. Dit zorgt op zijn beurt voor minder uitval, minder ongevallen en lagere kosten. Besteed daarom tijd en aandacht aan je RI&E en PvA!
Als gecertificeerde arbodienst heeft Mepros veel ervaring bij het uitvoeren van de RI&E. Neem contact op om een vrijblijvende offerte te krijgen, of gewoon even te sparren over de mogelijkheden. Klik hier voor meer info over onze RI&E dienstverlening.
Artikel geschreven door: Emma van den Berg, coassistente bij Mepros. Gepubliceerd op 13 november 2023.
Noot:
* Wanneer is de toetsing niet verplicht:
Geplaatst: 7 september 2023
In dit artikel werpen we een blik op de financiële uitdagingen waarmee zorginstellingen worden geconfronteerd en hoe bedrijfszorg en verzuimmanagement een cruciale rol kunnen spelen in het aanpakken van deze kwesties.
Financiële uitdagingen in de zorgsector
Zorginstellingen komen steeds vaker in financiële problemen. Op 5 september 2023 meldde RTL Nieuws dat het aantal verlieslijdende zorginstellingen is verdubbeld. Reden hiervoor is de sterke toename van de kosten. Denk hierbij aan hogere energiekosten, stijgende huurprijzen en duurder zorgmateriaal. Een andere grote kostenpost is het personeel. In de nieuwe CAO is een loonstijging van +10% onderhandeld.
Hoger Verzuim in de Zorgsector
Bovendien is er een zorgwekkende trend van hoger verzuim in de zorgsector. Voorheen streefden de meeste zorginstellingen naar een verzuimpercentage van 4%, maar vorig jaar is dit percentage gestegen naar bijna 8%. Er zijn zelfs instellingen voor ouderenzorg waarbij het verzuim op 12% ligt. Deze stijging heeft aanzienlijke financiële en maatschappelijke gevolgen. Deze gevolgen zijn bij merkbaar in de spreekkamer, aldus bedrijfsarts Roeloffs van Mepros. Het aantal mensen dat niet meer in staat om zorgtaken voor een partner of ouder naast hun werk uit te voeren neemt toe.
Meer aandacht voor preventief beleid om verzuim naar beneden te krijgen
Er is geen ‘quick fix’ om het verzuim in de zorg te laten dalen. Het belangrijkste is dat er wordt nagedacht over een goed verzuim preventiebeleid. Dat wil zeggen: niet alleen focussen op verzuim, maar ook preventie van verzuim. Een goede arbodienst of bedrijfsarts kan hierin meedenken. Een voorbeeld is om een plan op te stellen om energiebronnen te versterken en stressoren te reduceren binnen de organisatie, zoals de implementatie van een systeem van resultaatgericht werken waarbij afspraken over de output worden gemaakt. Hierdoor kunnen medewerkers meer duiding krijgen in wat van hen verwacht wordt ten tijden van verhoogde werkdruk.
Cruciaal is dat een vicieuze cirkel voorkomen wordt, waarbij organisaties vicieuze cirkel belanden waarbij een hoger verzuim leidt tot meer werkdruk bij de resterende werknemers, die vervolgens meer stress ervaren en vaker uitvallen.
Referenties
Geplaatst: 26 juli 2023
Het toenemende tekort aan bedrijfsartsen dreigt een ernstige crisis te veroorzaken voor
werkend Nederland. Met een recordverzuim van 5,6 procent in 2022 en een schadelast van
ruim 42 miljard euro voor werkgevers, zijn de gevolgen al pijnlijk zichtbaar. Het gebrek aan
professionele begeleiding en preventieve maatregelen op de werkvloer bemoeilijken de
situatie nog verder. Helaas wijst het Capaciteitsplan 2024-2027 van het Capaciteitsorgaan op
een zorgwekkende tendens: de instroom van bedrijfsartsen loopt flink achter bij de
benodigde vraag, waardoor het tekort aan bedrijfsartsen alleen maar toeneemt. Een
bijkomend probleem is het gebrek aan praktijkopleiders, wat de situatie nog verder
compliceert.
Het hoge verzuimpercentage in 2022 veroorzaakte een miljardenstrop van ruim 42 miljard
euro voor werkgevers. Een verzuimende medewerker kost een werkgever gemiddeld €400,-
per dag, wat bestaat uit loonkosten, niet-gefactureerde omzet, werk dat blijft liggen en
kosten voor het inhuren van uitzendkrachten. Naast financiële schade zorgt de toenemende
werkdruk bij collega’s en in sommige gevallen zelfs tijdelijke sluitingen van bedrijven. Het
huidige tekort aan bedrijfsartsen bemoeilijkt effectieve begeleiding en preventie, waardoor
het verzuim verder oploopt en Werkend Nederland te maken krijgt met ernstige gevolgen.
Het huidige tekort aan bedrijfsartsen is verstrekkend en heeft diepgaande gevolgen voor
Werkend Nederland. Met een verzuimpercentage van 5,6 procent in 2022 werd een
ongekende schadelast van ruim 42 miljard euro veroorzaakt voor werkgevers. Dit omvatte
niet alleen loonkosten bij ziekte, maar ook niet gefactureerde omzet, vertraging van
werkzaamheden, en de noodzaak om uitzendkrachten in te huren. Het gebrek aan
bedrijfsartsen zorgt voor langdurige begeleidingstrajecten voor zieke werknemers, wat het
verzuim verlengt en de druk op collega’s verhoogt. Bovendien wordt de implementatie van
preventieve maatregelen op de werkvloer bemoeilijkt, wat het welzijn en de productiviteit van
werknemers verder ondermijnt.
Het Capaciteitsplan 2024-2027 van het Capaciteitsorgaan benadrukt een alarmerend feit: de
uitstroom van bedrijfsartsen overtreft de instroom, waardoor de balans ver te zoeken is.
Hoewel de instroom van bedrijfsartsen licht stijgt, is deze bij lange na niet voldoende om aan
de benodigde vraag te voldoen. In 2021 waren er slechts 92 bedrijfsartsen die aan de
vervolgopleiding begonnen, terwijl er een benodigde instroom van 258 was geraamd voor
2022. Hierdoor ontstaat een steeds groter gat tussen de behoefte aan bedrijfsartsen en het
beschikbare aantal. Het gevolg hiervan is dat arbodiensten niet kunnen voldoen aan de
noodzakelijke dienstverlening, met als gevolg opzegging van contracten en een neerwaartse
spiraal.
Naast het tekort aan bedrijfsartsen vormt ook het gebrek aan praktijkopleiders een groot
probleem. Het verwachte vertrek van 66% van de vrouwelijke bedrijfsartsen en 78% van de
mannelijke bedrijfsartsen na 10 jaar vergroot het tekort aan zowel bedrijfsartsen als
praktijkopleiders. Dit betekent dat er niet genoeg ervaren professionals zijn om nieuwe
bedrijfsartsen op te leiden, wat de situatie nog ingewikkelder maakt. Het Capaciteitsorgaan
benadrukt dat “niet structureel gefinancierde sociaal geneeskundige opleidingen grote en
vaak niet meer op normale wijze op te lossen capaciteitsproblemen” hebben. Het gebrek aan
praktijkopleiders vertraagt niet alleen de instroom van nieuwe bedrijfsartsen, maar heeft ook
een negatieve invloed op de kwaliteit van opleidingen en dienstverlening.
Het tekort aan bedrijfsartsen en het gebrek aan praktijkopleiders vormen een groeiende crisis
voor Werkend Nederland. Het recordverzuim en de miljardenstrop voor werkgevers zijn
slechts het topje van de ijsberg. Het toenemende tekort aan bedrijfsartsen leidt tot
verstikkende gevolgen, waarbij de behoefte aan professionele begeleiding en preventieve
maatregelen niet wordt vervuld. De uitstroom van bedrijfsartsen overtreft de instroom, wat
de balans ver te zoeken maakt. Het gebrek aan praktijkopleiders vertraagt de instroom van
nieuwe bedrijfsartsen en heeft een negatieve invloed op de kwaliteit van de zorg.
Deze crisis vraagt om innovatieve oplossingen en mogelijk een heroverweging van de
traditionele rol van de bedrijfsarts. Werkgevers kunnen wellicht baat hebben bij het omarmen
van nieuwe benaderingen, waarbij de bedrijfsarts niet altijd centraal staat, maar eerder als
onderdeel van een multidisciplinair team fungeert. Hierbij kunnen praktijkondersteuners en
andere zorgprofessionals een actievere rol spelen bij de begeleiding en preventie van
verzuim. Het gebruik van digitale gezondheidsdiensten en technologie kan ook bijdragen aan
het efficiënter monitoren en ondersteunen van werknemers.
Bovendien kunnen wetveranderingen en beleidsaanpassingen nodig zijn om de situatie te
verbeteren. Een meer structurele financiering van sociaal geneeskundige opleidingen kan het
tekort aan praktijkopleiders helpen verminderen en de instroom van nieuwe bedrijfsartsen
stimuleren. Daarnaast is het van belang dat het ministerie samen met de brancheorganisaties
werkt aan een gezamenlijke visie op arbeidsgezondheid en preventie, met de bedrijfsarts als
essentiële partner. Een integrale aanpak met ruimte voor vernieuwing en flexibiliteit is nodig
om Werkend Nederland te behoeden voor de impact van het dreigende tekort aan
bedrijfsartsen en om te streven naar een duurzame en gezonde werkcultuur.
Geschreven door: Raz Baban, student Geneeskunde en coassistent bij Mepros.
Geplaatst: 24 februari 2023
In de praktijk hebben we gezien dat er 5 verschillende strategieën en best practices zijn die bedrijven succesvol hebben gebruikt om het ziekteverzuim naar beneden te krijgen.
Kortom, er zijn verschillende strategieën en best practices die bedrijven kunnen gebruiken om hun ziekteverzuim naar beneden te krijgen. Het implementeren en blijven monitoren hiervan stimuleert een gezonde werkcultuur en zorgt op de middellange termijn daadwerkelijk voor een lager ziekteverzuim.
Meer informatie over hoe wij bedrijven helpen met het verlagen van het ziekteverzuim? Bel ons op 085 877 1320 voor een vrijblijvende kop koffie, of bekijk onze verzuim aanpak. Mepros is een officieel erkende en gecertificeerde arbodienst.
Geplaatst: 22 december 2022
Auteur: L. Kerstjens, coassistent Mepros bedrijfsgezondheidsdienst
Datum: 22-12-2022
Zo kopten verschillende kranten afgelopen dagen over de snelle ontwikkelingen en in aantal oplopende griepgevallen in Nederland. Volgens het RIVM, onderzoeksinstituut Nivel en het Erasmus MC kunnen we sinds gister (21-12-2022) officieel spreken van een griepepidemie [1,2].
Maar wanneer is er dan sprake van een echte griepepidemie? Voordat je in Nederland mag spreken van een epidemie moet er aan een aantal eisen worden voldaan. Zo is er normaliter pas sprake van een epidemie als er twee weken achter elkaar meer dan 58 op de 100.000 mensen zich met griepachtige klachten bij de huisarts meldt én minstens 10 procent van deze mensen griepvirus ook wordt aangetoond. Een griepepidemie wordt dan ook vastgesteld op basis van gegevens van huisartsen, ziekenhuizen en laboratoria uit het hele land. Meestal begint de griepepidemie in december of in januari en gemiddeld duurt zo’n epidemie 13 weken. [3]
Volgens de cijfers van Nivel hebben we momenteel de grens van 58 op de 100.000 personen nog niet bereikt maar desondanks heeft het RIVM een epidemie afgekondigd. Dit is omdat de cijfers behoorlijk aan het oplopen zijn en mensen waarschijnlijk minder snel naar de huisarts gaan, waarschijnlijk door de corona pandemie van de afgelopen jaren, en de cijfers dus een onderschatting zijn van het werkelijke aantal. [4]
Maar wat is nou precies ‘de griep?’. Als we het over de griep hebben spreken we over ziekte door het influenzavirus. Dit is een virus wat via de lucht wordt verspreid en vooral luchtwegklachten en buikklachten veroorzaakt. De griep kan een ernstig verloop hebben, met name ouderen, zwangeren en kwetsbare mensen lopen een verhoogd risico. Volgens het CBS overlijden er in Nederland tijdens een gemiddelde epidemie gemiddeld 189 personen aan de griep [3, 5].
Teven zijn er ook arbeidsgerelateerde risicogroepen, individuen die een hoger risico lopen om het virus op te lopen door hun werkzaamheden. Denk hierbij aan behandelend en verplegend personeel in ziekenhuizen en verpleeg- en verzorgingshuizen door de blootstelling aan patiënten en bewoners die geïnfecteerd zijn met het virus. Maar ook bijvoorbeeld laboratoriumpersoneel en veehouders lopen een verhoogd risico. Eveneens geeft een werkplek waar mensen met kinderen werken en een werkplek waar dicht op elkaar wordt gewerkt ook een verhoogd risico. [3]
Hoewel de griep snel en makkelijk verspreid zijn er een aantal preventieve maatregelen die je kunt nemen om de kans op een griepgolf op de werkvloer te verkleinen. Zo helpt het om de werkruimte goed te ventileren en oppervlaktes te reinigen met desinfecterende schoonmaakmiddelen. Ook is persoonlijke hygiëne en hygiëne op de werkvloer erg belangrijk zoals het gebruik van papieren handdoekjes en hoesten en niezen in de elleboog. Echter blijft de enige echt bewezen efficiënte methode van preventie de griepprik. [6]
En soms is het toch gewoon een kwestie van accepteren en goed uitzieken.
3] https://lci.rivm.nl/richtlijnen/influenza
5] https://www.rivm.nl/griep-griepprik/feiten-en-cijfers
Geplaatst: 8 november 2021
Ja, wij doen weer alle keuringen
Alle keuringen worden weer normaal uitgevoerd. Wij nemen hieronder nog even een paar details hiervan met u door:
Geplaatst: 3 november 2016
Beroepsziektes zijn in Nederland een groeiend probleem. Gehoorschade staat op de derde plaats van meest voorkomende beroepsziektes. Er zijn ruim een half miljoen werkenden die het risico lopen op deze gehoorschade.
Zo wordt het genoemd in de arbo wereld. Hierbij zijn de zintuighaartjes in het slakkenhuis van je oor beschadigt. Dit komt door de continue blootstelling aan overmatig geluid. Klachten zijn onder meer oorsuizen, fluittonen en zelfs algehele doofheid.
Per werkplek verschilt het niveau van geluiden. Er zijn verschillen tussen beroepen en functies. Hout- en metaalbewerkers, bouwvakkers, vrachtwagenchauffeurs, maar ook politieagenten, boeren en zelfs DJ’s lopen verhoogd risico.
De hiervoor genoemde functies hebben verschillende blootstellingen aan geluiden. Ons valt echter op dat bijvoorbeeld DJ’s in veel gevallen relatief betere gehoorbescherming hebben dan bouwvakkers. Dit komt waarschijnlijk doordat DJ’s uren achter elkaar blootgesteld worden aan vergelijkbare tonen. In tegenstelling hiermee zien onze arbo professionals vaak dat bijvoorbeeld hout- en metaalbewerkers en bouwvakkers minder beschermd zijn, waarbij veelgehoorde argumenten zijn dat de werknemers “even snel iets doen, voor 5 minuten”. Het is cruciaal om ook bij deze kleine acties gehoorbescherming te dragen.
Andere, minder voor de hand liggende sectoren waarin schadelijk geluid voorkomt zijn zwembaden, gymnastiekzalen, recreatiecentra en kinderdagverblijven. In de volgende sectoren loop je het snelst risico:
De FNV heeft een app gemaakt waarmee je zelf kunt checken of geluiden op je werkplek jouw gehoor kunnen beschadigen. Meer informatie kun je krijgen op fnvmenzis.nl/gehoorschadeophetwerk.
Bij de meeste beroepen zijn medische keuringen verplicht. Hierbij moet de werkgever zorgdragen voor de medische checks van haar werknemers. In deze beroepsgroepen mag officieel niet gewerkt worden zonder keuringsbewijs. Indien er alsnog arbeidsuitval (verzuim) optreedt, bijvoorbeeld door gehoorschade, is de werkgever in de meeste gevallen ‘de sjaak’. Bekijk hier welke beroepsgroepen een verplichte keuring hebben.
Hoort jouw beroep niet tot de sectoren met een verplichte keuring? Dan nog is het heel verstandig om af en toe je gehoor te laten controleren. Hierdoor kun je vaststellen of je al schade hebt, wat je eraan moet doen en hoe je dit aan moet pakken.
Geplaatst: 2 november 2016
50-plussers kunnen mogelijkerwijs hartproblemen ontwikkelen als zij gaan sporter terwijl zij stress ervaren of overstuur zijn. Dit heeft onderzoek deze maand uitgewezen. De onderzoekers benadrukken echter ook dat beweging bij 50-plussers belangrijk is als preventie tegen ziektes.
De Canadese Hamilton-universiteit heeft onderzocht wat de invloed is van sporten op de gezondheid van mensen die van steek zijn zijn. Hiervoor analyseerden de onderzoekers gegevens van meer dan 12.000 mensen met een gemiddelde leeftijd van 58 jaar, woonachtig in 52 verschillende landen. Iedere respondent had eerder al een hartaanval gehad. Alle deelnemers werd in de periode daarna gevraagd een enquête in te vullen waarin zij onder andere moesten aangeven wat zij deden gedurende het uur voorafgaand aan het krijgen van een hartaanval. Het kwam twee keer zo vaak voor dat respondenten een hartaanval kregen wanneer zij in dat uur boos of overstuur waren vergeleken met respondenten die dat niet waren. Het krijgen van een hartaanval kwam drie keer zo vaak voor wanneer respondenten deze emoties hadden in combinatie met lichamelijke inspanning.
Andrew Smyth, onderzoeker, geeft aan dat het niet de intentie is dat men minder gaat sporten, ondanks de resultaten van het onderzoek. “Regelmatig sporten brengt veel gezondheidsvoordelen met zich mee, waaronder het voorkomen van hartziekten. Daar moeten we niet mee stoppen”. “We willen echter wel aanbevelen dat wanneer een persoon boos of overstuur is en wil gaan sporten om stoom af te blazen, hij niet zijn normale sportroutines inwisselt voor extreme lichamelijke inspanning”, aldus Smyth.
De onderzoekers denken dat lichamelijke processen soortgelijke effecten op het lichaam kunnen hebben als emotionele processen. De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het tijdschrift van de American Heart Association.
Een medische keuring helpt je om te weten hoe sterk je hart is en of er onderliggende problemen aanwezig zijn. Tijdens onze preventieve keuringen maken we een hartfilmpje (ECG) en voeren we een inspanningsproef uit op een fiets. Hierdoor krijgen we een goed beeld van jouw gezondheid en de hartconditie, waardoor we gericht advies kunnen geven. Dit bieden we individueel aan of in groepsverband voor bedrijven die hun medewerkers preventief willen laten testen. Voor sommige beroepen is dit zelfs verplicht, zoals bij piloten of politieagenten.