Per 1 september 2021 is het medisch oordeel van de bedrijfsarts leidend bij de beoordeling van de re-integratie inspanningen van de werkgever volgens de wet verbetering Poortwachter.
Wat is de huidige situatie?
Wanneer u een WIA-aanvraag indient bij het UWV, wordt er een medisch oordeel gevormd door de verzekeringsarts. Dit oordeel is leidend bij de sociaal-medische beoordeling rondom het recht op de WIA-uitkering. In de huidige situatie wordt het medisch oordeel van de verzekeringsarts ook meegenomen in de beoordeling van de re-integratie inspanningen van de werkgever, de RIV-toets. Wanneer de re-integratie inspanningen door de werkgever niet aansluiten bij het medische oordeel van de verzekeringsarts, loopt de werkgever risico op een sanctie in de vorm van verplichting tot loondoorbetaling.
Andere inschatting verzekeringsarts
Echter blijkt dat in 12% van de WIA-aanvragen, de belastbaarheid van de werknemer door de verzekeringsarts hoger wordt ingeschat dan door de bedrijfsarts. Dit zorgde voor veel spanningen wanneer de werkgever zijn re-integratie verplichtingen had voldaan, geleid door het medische oordeel van de bedrijfsarts, maar niet voldeed aan dat van de verzekeringsarts. Dit resulteerde in een sanctie, die niet (deels) verwijtbaar is aan de werkgever en/of bedrijfsarts.
Met de nieuwe wetswijziging wil het kabinet dan ook de kans op een boete voor werkgevers beperken, wanneer zij het medisch oordeel van de bedrijfsarts hebben gevolgd en zodoende wel aan de re-integratieverplichtingen hebben voldaan.
De nieuwe situatie
De re-integratie inspanningen zullen bij 104 weken ziekte nog steeds getoetst worden door het UWV. Dit zal bestaan uit de beoordeling van het re-integratie verslag door een arbeidsdeskundige. De arbeidsdeskundige oordeelt of re-integratie inspanningen passend zijn bij het medisch advies en het medische oordeel door de bedrijfsarts.
Risico op sanctie beperkt
Het verschil met de huidige situatie is, dat de verlenging van de loondoorbetalingsverplichting met maximaal een extra jaar alleen kan worden opgelegd wanneer een werkgever, gegeven het advies van de bedrijfsarts over de belastbaarheid, onvoldoende re-integratie inspanningen heeft verricht. De rol van de verzekeringsarts rondom de re-integratie wordt hiermee beperkt. Echter, het medisch oordeel van de verzekeringsarts komt nog wel in beeld bij de sociaal-medische inschatting rondom het recht op de WIA-uitkering. Een verschil van inschatting tussen bedrijfsarts en verzekeringsarts zal niet langer meer leiden tot een sanctie.
Bron: Staatscourant 2020 nr. 52329, 12 oktober 2020